Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts zeiden zij tot Farao: Wij zijn gekomen, [4]om als vreemdelingen in dit land te wonen; want er is geen weide voor de schapen, die uw knechten hebben, dewijl de honger zwaar is in het land Kanaan; en nu, laat toch uw knechten in het land Gosen wonen! 4. Zij willen zeggen dat zij daar gekomen waren, niet om het recht der burgers, of dat der natuurlijke inlanders te genieten, maar alleen als vreemdelingen, om voor een tijd daar te mogen herbergen, om den zwaren honger, totdat zij gelegenheid zouden hebben om naar hun land weder te keren.